"Mijn werk is een universele vertaling van emotie."
Smits’ werk gaat over de relatie tussen religie en kapitalisme, die wordt weergegeven in een landschap van architecturale landschappen/stadsgezichten. Deze landschappen tonen de contouren van een denkbeeldige stad. Een stad die de menselijke ambitie naar macht en status ademt. De grootschalige gebouwen herinneren ons aan de industriële utopieën die de overhand hadden in de menselijke geest, maar faalden om te schijnen of vrede en menselijkheid te bieden in de echte wereld. Het meest prominente facet van deze stad is misschien haar uiterlijk, waaruit men gemakkelijk kan lezen dat de belangrijkste ideologie van haar inwoners het kapitalisme is. Maar deze ideologie begint zich op een religieuze manier te manifesteren en zal misschien zelfs een religie zelf worden. En op een manier dat het als een verlosser zal worden gezien. De stad toont het zelfvertrouwen van een utopie, maar ook de leegte van een verlaten ruïne. De torenhoge wolkenkrabbers in art-decostijl zijn trots als middeleeuwse kathedralen. Hun decoratie herinnert ons aan de rijke symboliek van de vroege christelijke kunst, met al zijn verwijzingen naar spirituele onderdrukking en openbaring. De wolkenkrabbers werpen hun schaduw over verlaten en beschadigde monumenten die de verloren morele normen en waarden van de mensheid representeren, die zijn ingewisseld voor de nooit eindigende spirituele zoektocht naar kapitalistische verlossing, die ons de luxe en het gemak van het moderne leven biedt.