Jacques Frenken NL, 1929-2022

Jacques Frenken (1929 – 2022) werd geboren in Den Bosch. Hij groeide op in een intellectueel en kunstzinnig milieu. Jacques Frenken studeerde aan de Tekenschool in Tilburg en behaalde er zijn acte als docent. Van 1952 tot 1957 studeerde hij in Amsterdam aan de Rijksakademie waarna hij weer terugkeerde naar Den Bosch en zich vestigde. Frenken maakte in zijn begin jaren zowel vrij schilderwerk als monumentaal opdrachtwerk, zoals het ontwerpen van glas-in-loodramen en wandreliëfs voor verschillende kerken.

 

In de periode 1956 – 1965 maakte hij abstracte schilderijen met een duidelijk eigen handschrift. Het meest bekend zijn de ‘schriftschilderijen’, met grote letterachtige figuren, zijn ‘krasschilderijen’, met geometrische figuren in donkere verf gekrast en zijn reliëfs. Als jonge kunstenaar ontving hij de Koninklijke Subsidie voor Vrije Schilderkunst (1956), de Thérèse van Duyl-Schwartzeprijs (1957), de Prix de Rome (1957) voor schilderkunst en de Culturele Prijs van de provincie Noord-Brabant (1962).

 

In 1965 begon Jacques Frenken afgedankte Heiligenbeelden te verzagen en assembleren tot Pop-Art-achtige beelden en werd daarmee nationaal bekend. De tot moten gezaagde heiligenbeelden die hij tot nieuwe sculpturen ordende leverden hem in katholieke kringen de schandnaam 'Antichrist' op. De VPRO liet in 1967 een documentaire film maken over Jacques Frenken en zijn werk. Het werk werd geëxposeerd en aangekocht door diverse musea in Nederland en in 2017 was er een spraakmakende overzichtstentoonstelling ‘Verspijkerd en Verzaagd’ van zijn werk uit deze periode in het Noordbrabants Museum in Den Bosch te zien.

 

Aan het begin van de jaren zeventig maakte Frenken ruimtelijk werk, met name levensgrote stillevens. Kasten, strijkplanken en schildersezels , werden ingepakt in linnen en in lichte kleuren beschilderd. "Het ging erom de werkelijkheid om te toveren tot iets spiritueels. Als een logische opvolging van de heiligenbeelden: die maakte ik profaan. Terwijl ik een ordinaire huishoudkast, door hem wit te schilderen, sublimeerde."

 

De zoektocht naar sublimiteit zette zich voort in grote witte schilderijen, uit midden jaren zeventig, waarop Frenken met potlood minimieme lijntjes trok. 'Strafwerk' noemde Frenken die doeken. "Ik mocht niet lekker vrijuit schilderen. Lineaalwerk, vaste hand, en weinig kleur. Ik hoefde er als het ware niet bij na te denken. Geen artistieke problemen, zodat je geest helemaal leeg kan zijn. Een periode van wat je noemt: verstilling en zuivering. Het was echt bedoeld om oude gedachten te verliezen." In maart 1979, rond zijn 50e verjaardag, kreeg Frenken hiermee een grote expositie in Het Kruithuis in Den Bosch.

 

Van 1980 tot 1984 maakte hij grote ruimtelijke werken van beschilderd papier. Het Museum de Commanderie van de Sint-Jan in Nijmegen, het huidige Museum Valkhof, stelde dit werk in 1985 tentoon. Van 1982 tot ongeveer 1985 werkte hij veel met oliekrijt op dik papier.

 

Van 1968 tot 1988 gaf Jacques les aan de Kunstacademie van Den Bosch als hoofddocent vrij schilderen. 

 

Van 1983 tot ongeveer 1997 kende Jacques Frenken weer een zeer vruchtbare periode en  schilderde hij expressieve doeken van enorm formaat, soms langer dan 8 meter, geïnspireerd op klassieke muziek. Uit de wirwar van helle kleuren zijn de namen van beroemde klassieke componisten en hun composities te ontwaren.

 

Vanaf 1997 begon hij weer religieuze thema’s te schilderen. Eerst kerkinterieurs - altaren, orgels, monstransen en biechtstoelen opgestapeld of uitgerekt tot torens - daarna exterieurs. "'Dat heeft niks met religie te maken, het is gewoon bouwkunst. De esthetische bewondering voor kerkelijke architectuur. Meer verhaal zit er niet bij."

 

In 1998 kreeg Frenken een zeer omvangrijke overzichtstentoonstelling in het Museum Schloss Moyland, in Duitsland, 50 km ten oosten van Arnhem.

 

Tot aan zijn dood blijft Frenken actief schilderen en experimenteren. Het werk dat hij schilderde is uniek; het lijkt op niets en van niemand anders. In zijn zeer van elkaar verschillende stijlperioden maakte hij werk dat nog steeds fris oogt, actueel is, origineel, maar tegelijkertijd een weerslag is van de tijd waarin het is gemaakt.